Bericht

Wij van wc-eend spreken dezelfde taal

Geplaatst op 26 januari 2024, 13:21 uur
Illustration
profile picture
Robèrt Guérain

Verslag van de bijeenkomst in Den Haag op 18 januari 2024.

Op deze kick-off van voorlopersnetwerk Transform en rijksprogramma Mooi Nederland verkenden deelnemers een wereld waar ruimtelijke ontwikkeling en energie samen optrekken. Verslag van een eerste zoektocht naar het antwoord op de vraag: hoe zorgen we dat energie ruimtelijke vraagstukken helpt in plaats van in de weg zit? 


Kennismaken
De achttien aanwezigen vertegenwoordigen gemeenten, netbeheerders, bedrijven en universiteiten, in een verscheidenheid aan functies. Inclusief de ‘meest gemiddelde planoloog uit de meest gemiddelde gemeente’. Na het individuele voorstelrondje introduceert Xander Transform, het voorlopersnetwerk in de energietransitie. Collega Lennart legt uit dat Transform werkt vanuit het perspectief van de wereld van B. Dit blijkt geen bekend begrip bij de ‘ruimte-mensen’. Na een korte uitleg vat Machiel van de gemeente Amersfoort de sessie samen die zij hadden met Transform op 14 december. Hij zegt dat zijn verhaal over de nauwe relatie tussen ruimtelijke ordening en energie nog niet vanzelfsprekend is buiten de muren van dit zaaltje. Soms voelt hij een roepende in de woestijn (‘ik ben toch niet gek’), wat tot lacherige herkenning leidt bij de andere aanwezigen. 


Mooi Nederland 
Marleen is coördinator leefbare steden bij rijksprogramma Mooi Nederland (MooiNL). Zij presenteert het perspectief van Mooi Nederland op ruimtelijke ordening, gebaseerd op ontwerpend onderzoek, een quickscan en drie randvoorwaardelijke transitieonderzoeken. Die zijn online te vinden: Water en bodem sturend, Nationale energielandschappen, en mobiliteit. 

Het programma heeft drie handreikingen nagenoeg gereed over groen en gezond leven, naoorlogse wijken, en stedelijk knooppunten. Marleen benadrukt dat MooiNL faciliteert en geen keuzes oplegt. 

De overkoepelen inzichten van MooiNL voor de samenhang tussen ruimte en energie zijn onder andere: 

  • het ontschotten van budgetten is nodig voor een integrale aanpak;
  • expertise is sterk wisselend aanwezig bij gemeenten;
  • afstemmen van tijdslijnen moet met meerdere partijen;
  • de belangrijkste data zijn voorhanden maar lastig om bij elkaar te brengen en zo in verband te brengen. 


Transform 
Lennart doet het verhaal van Transform over de radicale verandering die nodig is, hoe goed het Nederlands energienetwerk ook is. ‘We gaan tot 2050 vier keer meer elektriciteit gebruiken dan we nu doen. Dan is het huidige systeem niet meer toereikend.’ Als Lennart uitlegt hoe en waar energie in de leefomgeving komt, merkt Ellen op dat haar bedrijf vooral werkt om de behoeftes van burgers te faciliteren. Misschien wordt het tijd om anders te kijken? ‘Meer bewustzijn bij burgers dat zij niet altijd alle energie maar kunnen gebruiken?’ Merle zegt dat bewoners van de sociale huursector in haar gemeente daar echt niet bezig zijn, die hebben andere zorgen. Lennart beaamt dat ‘the happy few zich uit de energietransitie kan investeren’, maar dat de meerderheid van Nederland dat niet kan.  ‘Laten vooral hen ook meenemen in ons verhaal.’


De kwestie 
Xander vraagt wat de aanwezigen vinden van de vraag ‘hoe zorgen we dat energie ruimtelijke vraagstukken helpt in plaats van in de weg zit?’. Negatieve insteek, zegt iemand, liever formuleren dat energie een drager is voor ruimtelijke vraagstukken. Wensdenken, zegt een ander. ‘Vragen in de ruimtelijke omgeving kunnen leiden tot pijnlijke keuzes.’ Een deelnemer vindt de vraag te groot (‘kan het SMART?’), een ander vindt hem ‘te lief’. 

Miriam van de provincie leest erin dat energie sturend is, alsof ruimtelijke vraagstukken maar hebben te volgen. Guido van de energiecorporatie ziet de energiesector juist als faciliterend. Kortom, genoeg stof voor discussie tussen ‘wij van wc-eend Energie en wij van wc-eend Ruimte’.


Antwoorden op de centrale vraag

  • Identificeer de verschillende schaalniveaus en de bijbehorende kansen. Energie in de industrie is van een andere ordegrootte dan in de persoonlijke woonomgeving. Ruimtelijke kwaliteit is van toepassing op transformatiehuisjes in de wijk tot en met landelijke netwerken.
  • Maak onderscheid tussen bottom-up (vanaf de eindgebruiker) en top-down. Energie kan een vliegwiel zijn, maar ook faciliterend werken voor ruimtelijke vraagstukken.
  • Ontwikkel taal die energie en ruimte beide kunnen gebruiken. Bepalingsdichtheid en parkeernormen zijn woorden die mobiliteit en ruimte beide begrijpen. Dit ontbreekt nog in energie.
  • Kijk naar water en mobiliteit en in de ruimte. Van wijkniveau tot bovenregionaal zijn daar gezamenlijke processen voor een taal.  
  • Verkeersregels als alternatief voor wegverbreding, maar dan voor energie. (Gedragsregels als aanpak voor netcongestie).
  • Denk ook aan de inbreng van data en de uitwisseling van data, bijvoorbeeld via een gemeenschappelijk platform. (Data zijn ook een taal).
  • Onderzoek wat al werkt in andere domeinen, zoals mobiliteit maar ook in digitalisering.
  • Organiseer meer kennis op het snijvlak van ruimte en energie. Bijvoorbeeld via een landelijk trainingskamp of platform.
  • Start een pilot en vertaal de energieopdracht naar een bestaande wijk, met nul afwenteling. (De term afwenteling is bekend bij ruimte-mensen maar minder bij energie, het betekent dat je problemen zelf oplost en niet afwentelt op de buren/ketenpartner).
  • Vergeet het laaghangend fruit voor nu, pak ruimte voor het oogsten van het hooghangend fruit. Zoals zonnepanelen langs de snelweg, waar de provincie Zuid-Holland al zes, zeven jaar geen knoop over doorhakt.
  • Bepaal waar de vraag precies zit in de ruimte, anders kan er niet vraaggestuurd gewerkt worden.
  • Zorg voor meer kennis bij gemeenten, die bovenop alle andere grote vraagstukken nu ook de energietransitie moeten meenemen. Waar te beginnen om te komen tot een integrale afweging?
  • Ontschot de budgetten. Waarom moet voor energievraagsstukken nog steeds een verdienmodel overlegd worden? Voor blauwe en groen kwesties hoeft dat niet.
  • Maak het probleem concreet. Energiearmoede kost gemeenten miljoenen: geld dat burgers kwijt zijn aan energie, kunnen zij niet besteden aan iet anders.
  • Koppel de energietransitie aan alle andere opgaven die gemeenten hebben, inclusief de investeringsnoodzaak. Ontschot de budgetten!
  • Ontschot ook het denken bij netbeheerders en gemeenten, die praten over energie alsof het alleen maar elektriciteit is. Energie is ook warmte en koude, comfort. Stap af van ‘nul op de meter’, ga voor slimme huizen.
  • Redeneren vanuit het huidige probleem lost het probleem van de toekomst niet op. Energietransitie gaat over veel meer dan congestie. Burgers weten nog te weinig over het onderwerp.
  • Provincies en gemeenten moeten harde keuzes gaan maken. Als je energieneutraal wilt zijn in 2050 wil je dan nog steeds dat nieuwe datacentrum zonder windmolenpark? Of de industriële grootverbruiker? We moeten de discussie voeren over activiteiten uitvoeren of plannen waar de energie wél is. 

Samengevat is een gezamenlijke taal nodig met beeldspraak die werkt voor zowel energie als ruimte. Het ontschotten van budgetten en denken is noodzakelijk voor een integrale aanpak. Die gaat wellicht van vraaggestuurd naar sturend. Start met pilots om daar achter te komen en de drempels te identificeren. Kijk naar de verschillende schaalniveaus: hyperlokaal (een huis) heeft andere problemen dan nationaal (industrie). Dat vraagt om andere gesprekken met andere mensen. 

We gaan dit jaar aan de slag met de aangegeven richting en gaan vervolgbijeenkomsten organiseren waar we een breder netwerk voor uitnodigen. Meld je aan op forthefutureofenergy.nl als je daar meer over wilt weten.

Tekst Karina Meerman voor Transform. De afbeelding bovenaan dit bericht illustreert de vraag om een gezamenlijke taal tussen het domein energie en het domein ruimte.
 

Deel dit: